De reflexwerking van de Flex-BV
In dit artikel gaan auteurs in op de reflexwerking van het BV-recht, in het bijzonder op de analoge toepassing van van BV-regels op NV’s door de rechter. Daarbij staan zij eerst stil bij de stand van zaken rond de herhaaldelijk aangekondigde herziening van het NV-recht. Auteurs onderzoeken of voor de reflexwerking criteria geformuleerd kunnen worden. Vervolgens aan de hand van enkele belangrijke wijzigingen voor de Flex-BV te kunnen beargumenteren waarom analoge toepassing wel of niet gerechtvaardigd is. Het gaat daarbij om de uitkeringstest uit art. 2:216 BW en het instructierecht van art. 2:239 lid 4 BW. Auteurs zien alleen in uitzonderingsgevallen ruimte voor reflexwerking. Eventuele knelpunten of onduidelijkheden in het NV-recht moeten primair via wetgeving worden opgelost.
Dit artikel is gepubliceerd in WPNR 2014 (7011), Sdu.