Skip to main content

How can we help you?

This page is not available in this language. This page is available in the following languages:

  • Nederlands
  • 01-02-2014


Deze publicatie is gepubliceerd in Tijdschrift Arbeidsrechtpraktijk, nr, 2, 2014, SDU.

In de arbeidsrechtpraktijk worden beëindigingsovereenkomsten vaak expliciet voorzien van het predicaat ‘vaststellingsovereenkomst’. Betoogd wordt wel dat partijen het daarmee, via de band van art. 7:902 BW, in de hand hebben in de beëindigingsovereenkomst afspraken te maken die strijdig zijn met dwingend arbeidsrecht. De vraag is of dit juist is. In deze bijdrage ga ik in op de achtergronden van de wettelijke regeling van de vaststellingsovereenkomst en bespreek ik aan de hand van de wetsgeschiedenis, rechtspraak en literatuur de betekenis van de  vaststellingsovereenkomst voor de arbeidsrechtpraktijk, in het bijzonder daar
waar het gaat om de mogelijkheid om afspraken te maken die strijdig zijn met dwingend arbeidsrecht.

Cookie notice

We care about your privacy. We only use cookies strictly necessary to ensure the proper functioning of our website. You can find more information on cookies and on how we handle your personal data in our Privacy and Cookie Policy.