Aanleiding voor het schrijven van dit artikel is de zichtbare toename van projecten waarbij in het kader van verduurzaming een zonne-installatie wordt aangebracht. Met de toenemende vraag naar zonne-installaties, groeit de vraag om dit juridisch goed te regelen. 

In dit artikel bespreken David Wumkes en Redmar Warning de belangrijkste aandachtspunten bij de juridische vormgeving van projecten waarbij zonne-installaties worden aangebracht. Zo wordt ingegaan op de laatste stand van de jurisprudentie ter zake de juridische duiding van zonne-installaties. Ook wordt aandacht besteed aan de verschillende goederenrechtelijke constructies; wanneer kan gebruik tworden gemaakt van opstalrechten en wanneer bijvoorbeeld van een ondererfpachtrecht? Vervolgens wordt ingegaan op gevallen waarbij de zonne-installatie wordt aangebracht op een gebouw dat is betrokken in een splitsing in appartementsrechten. Tot slot wordt ingegaan op aandachtspunten die gelden bij gebouwen die geschikt zijn voor een bepaald type gebruik, zoals zorgvastgoed en scholen.