Overslaan en naar de inhoud gaan

Hoe kunnen we u helpen?

  • 03-11-2022

Het proces tot modernisering van het personenvennootschapsrecht is er een van de lange adem. Op 10 oktober 2022 zijn, naar aanleiding van het commentaar op de consultatie voor een nieuwe regeling voor personenvennootschappen van begin 2019, zowel een civielrechtelijke regeling als fiscale maatregelen (tezamen: "wetsvoorstel") en enkele invoeringsbepalingen (hierna: "overgangsrecht") ter consultatie voorgelegd. Het is gebaseerd op het ontwerp van de werkgroep personenvennootschappen uit 2016 (hierna: "rapport"). De consultatietermijn eindigt op 10 februari 2023.

Dit artikel licht de volgende punten van het wetsvoorstel toe:

Invoering openbare en stille personenvennootschap zonder onderscheid beroep en bedrijf
In het wetsvoorstel worden de openbare maatschap en v.o.f. vervangen door de openbare personenvennootschap. Een openbare personenvennootschap is een personenvennootschap die op een voor derden duidelijk kenbare wijze onder een door de personenvennootschap gevoerde naam aan het rechtsverkeer deelneemt. Daarnaast introduceert het wetsvoorstel de stille personenvennootschap. Deze komt overeen met de huidige stille maatschap en is volgens het wetsvoorstel een personenvennootschap die niet openbaar is.

De commanditaire vennootschap (hierna: "c.v.") blijft bestaan als bijzonder vorm van openbare personenvennootschap. Alle personenvennootschappen kunnen voor zowel bedrijfs- of beroepsactiviteiten worden gebruikt. Bestaande v.o.f'.'s en maatschappen mogen zich op basis van het overgangsrecht zo blijven noemen, mits zij blijven voldoen aan de bijbehorende criteria. De naam voor de commanditaire vennootschap blijft bestaan. Personenvennootschappen komen bij overeenkomst tot stand. Net zoals onder huidig recht gaat het wetsvoorstel hierbij uit van vastlegging in een akte; dit is echter geen vormvereiste maar een bewijsvoorschrift.

Invoering rechtspersoonlijkheid en inschrijving handelsregister
Het wetsvoorstel introduceert rechtspersoonlijkheid voor de openbare personenvennootschap en de c.v.
De stille personenvennootschap heeft geen rechtspersoonlijkheid. De rechtspersoonlijkheid is gekoppeld aan – en ontstaat door - het naar buiten toe treden onder een gemeenschappelijke naam. Daarvoor is geen (notariële) akte of inschrijving in het handelsregister vereist.
Volgens de hoofdregel van het wetsvoorstel wordt de openbare personenvennootschap in het handelsregister ingeschreven. Dat betekent dat de vennoten ook worden ingeschreven. Voor het geval of voor zolang de openbare personenvennootschap niet in het handelsregister is ingeschreven leidt dit tot beperkte rechtsbevoegdheid. Een niet-ingeschreven openbare personenvennootschap kan geen bestuurder zijn van een rechtspersoon, zich niet omzetten, niet fuseren of splitsen, geen aandelen op naam of registergoederen verkrijgen en geen rechthebbende zijn op beperkte rechten op genoemde goederen, noch erfgenaam zijn.
Een c.v. dient op basis van de definitie in het wetsvoorstel in het handelsregister te zijn ingeschreven. Dat zou kunnen betekenen dat een beoogd c.v. zolang deze niet in het handelsregister is ingeschreven kwalificeert als openbare personenvennootschap of stille personenvennootschap en daarmee risico op aansprakelijkheid van de commanditaire vennoten ontstaat. Op dit punt behoeft het wetsvoorstel verduidelijking. Nieuw lijkt te zijn dat – aldus de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel (hierna: "MvT") – commanditaire vennoten die ten minste een bepaald belang hebben – moeten worden ingeschreven in het handelsregister. Dit zou volgens de MvT in het overgangsrecht worden bepaald. Een dergelijke regeling ontbreekt echter in het overgangsrecht.

Een stille personenvennootschap is – al naar gelang deze een onderneming drijft – op basis van artikel 18 van de Handelsregisterwet verplicht tot inschrijving in het handelsregister. Als de stille personenvennootschap door die inschrijving in het handelsregister openbaar wordt, gaat het vermogen vanuit de bij de stille personenvennootschap behorende gemeenschap op het moment van inschrijving onder algemene titel over naar de openbare personenvennootschap, aldus art. 810 lid 2 van het wetsvoorstel. Voor niet-registergoederen zal dit zonder verdere handeling kunnen geschieden. Bij overgang van registergoederen zal de personenvennootschap de registratie nadien nog moeten laten bijwerken, door bijvoorbeeld melding aan het kadaster.

Stroomschema personenvennootschappen

Het vermogen van de personenvennootschap
Onder huidig recht vloeit uit de arresten van de Hoge Raad voort dat de v.o.f. en de openbare maatschap een afgescheiden vermogen hebben; over de stille maatschap bestond hieromtrent discussie. Het wetsvoorstel biedt duidelijkheid. De openbare personenvennootschap en de c.v krijgen rechtspersoonlijkheid. Dat vereenvoudigt toe- en uittreden van vennoten en de overdracht van goederen aan de personenvennootschap. De stille personenvennootschap krijgt expliciet een afgescheiden vermogen in de vorm van een bijzondere gemeenschap.

Bestuur en vertegenwoordiging van de personenvennootschap
De term beheer wordt vervangen door bestuur, waarmee geen inhoudelijke wijziging is beoogd. Het bestuur berust in beginsel bij alle vennoten gezamenlijk (behalve voor de commanditaire vennoten in een c.v.). Voor het besturen is bij een stille personenvennootschap in beginsel instemming nodig voor het verrichten van rechtshandelingen die voor rekening van de personenvennootschap worden verricht. Bij een openbare personenvennootschap geldt als uitzondering hierop dat iedere vennoot bevoegd is voor rekening van de personenvennootschap alle rechtshandelingen te verrichten die tot haar normale werkzaamheden behoren, alsmede rechtshandelingen die geen uitstel kunnen lijden. Dit betreft de interne verhouding tussen de vennoten. Ook bij vertegenwoordiging wordt onderscheid gemaakt tussen de openbare en stille personenvennootschap. Bij een openbare personenvennootschap is iedere vennoot in beginsel bevoegd de personenvennootschap te vertegenwoordigen. Eventuele beperkingen in deze bevoegdheid dienen te zijn ingeschreven in het handelsregister voor derdenwerking. Een stille personenvennootschap kan nog steeds enkel door middel van een volmacht worden vertegenwoordigd.

Naar huidig recht is het de commanditair vennoot in beginsel verboden om namens de c.v. beheershandelingen te verrichten, ook als daar een volmacht voor wordt afgegeven. Het wetsvoorstel kiest voor een principieel andere benadering: een commanditaire vennoot mag de personenvennootschap vertegenwoordigen indien hem daartoe een volmacht is verleend.

Hoofdelijke aansprakelijkheid vennoten
De vennoten van een openbare personenvennootschap en een stille personenvennootschap zijn hoofdelijk aansprakelijk, ongeacht of de personenvennootschap beroeps- of bedrijfsactiviteiten uitoefent. De aansprakelijkheid omvat in dit verband verbintenissen uit een rechtshandeling, de wet en onrechtmatige daad. De aansprakelijkheid voor gelijke delen van maten van een maatschap verdwijnt. Opvallend is dat dit vereenvoudigde aansprakelijkheidsregime duidelijk wordt toegelicht in de MvT, maar in het wetsvoorstel zelf hoofdelijke aansprakelijkheid alleen volgt uit artikel 814, hetgeen enkel voor de openbare personenvennootschap geldt. Bij de commanditaire vennootschap geldt de aansprakelijkheid in beginsel alleen voor de gewone vennoten en niet voor de commanditaire vennoten. Voor de openbare personenvennootschap is sprake van een subsidiaire aansprakelijkheid, dus voor zover de openbare personenvennootschap in verzuim is. Voorts wordt voor de openbare vennootschap een specifieke regeling geïntroduceerd voor het aannemen van een opdracht, na veel kritiek op het arrest Biek Holding. Uitsluitend de vennoten die belast zijn met de uitvoering van de opdracht zullen naast de openbare personenvennootschap hoofdelijk aansprakelijk zijn.

Voor de commanditaire vennoot in een c.v. geldt dat deze hoofdelijk aansprakelijk is wanneer deze de c.v. heeft bestuurd als ware hij een gewone vennoot of heeft gehandeld op basis van een volmacht en dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement van de c.v.. De hoofdregel blijft dat de commanditaire vennoot niet verder aansprakelijk is dan zijn overeengekomen inbreng.

Gebondenheid bij in-en uittreden vennoten
Toe- en uittreding leidt niet langer tot algehele ontbinding van een personenvennootschap, maar tot gedeeltelijke ontbinding van de overeenkomst, namelijk voor zover deze betrekking heeft op de uittredende vennoot. Daarnaast wordt als nieuwe regeling bij toetreding in een openbare personenvennootschap die is ingeschreven in het handelsregister voorgesteld dat de toegetreden vennoot slechts verbonden is voor de verbintenissen waartoe de openbare personenvennootschap zich reeds vóór het toetreden van de vennoot contractueel heeft verbonden, maar die pas na diens toetreden opeisbaar worden. Dit betreffen enkel verbintenissen uit overeenkomst, in tegenstelling tot bestaand recht. Voor de stille personenvennootschap en de niet ingeschreven openbare personenvennootschap ontbreekt een regeling in het wetsvoorstel.

Voor de uittreding van een vennoot uit een openbare personenvennootschap die is ingeschreven in het handelsregister, wordt een bijzondere verjaringstermijn geïntroduceerd. De uittredende vennoot blijft maximaal vijf jaar aansprakelijk voor verbintenissen van de openbare personenvennootschap. Bij een personenvennootschap die niet in het handelsregister is ingeschreven geldt de bijzondere verjaringstermijn niet en geldt de normale verjaringstermijn overeenkomstig titel 11 van Boek 3.

Pandrecht en vruchtgebruik
Er wordt een nieuwe regeling voorgesteld over het vestigen van vruchtgebruik op een deelnamerecht (in de vorige consultatie 'rechtsverhouding’ genoemd) van een vennoot van een openbare personenvennootschap en c.v.. Ook wordt een regeling voor het vestigen van een pandrecht op een recht op uitkering ten laste van het vermogen van de openbare personenvennootschap en c.v., op een vergoeding bij uittreding, of, indien overeengekomen, op een deelnamerecht ingevoerd. Een pandhouder kan hierbij verbonden zeggenschapsrechten verkrijgen, een vruchtgebruiker niet. Voor de stille personenvennootschap ontbreekt in het wetsvoorstel vooralsnog een regeling in verband met het vestigen van vruchtgebruik en pandrecht.

Herstructurering
Er is tevens een regeling opgenomen voor omzetting voor openbare personenvennootschappen die zijn ingeschreven in het handelsregister. Deze sluit aan bij de regeling van Boek 2 BW. Omzetting van een openbare personenvennootschap is mogelijk in iedere rechtspersoon en vice versa. Hierbij zijn regels opgenomen ter bescherming van schuldeisers, vennoten en minderheidsaandeelhouders. Zo blijven vennoten of gewezen vennoten op dezelfde voet aansprakelijk voor schulden die zijn ontstaan voor de omzetting. Er is afgezien van het opnemen van de mogelijkheid tot het omzetten van een openbare personenvennootschap of c.v. naar een stille personenvennootschap, of het opgeven van rechtspersoonlijkheid. Een stille personenvennootschap is overigens wel eerst openbaar te maken waarna omzetting naar iedere rechtspersoon mogelijk is. In de toekomst worden ook nog regels met betrekking tot fusie en splitsing ingevoerd. Voor het wisselen van beherend vennoot naar commanditaire vennoot en andersom is voorzien in een beperking van de aansprakelijkheid.

Ontbinding, vereffening en voortzetting
Het wetsvoorstel introduceert de mogelijkheid tot ontbinding en vereffening van de openbare personenvennootschap en de c.v. Hierbij is aangesloten bij de regeling voor de Boek 2 rechtspersonen. Het uitgangspunt blijft dat de vereffening geschiedt door alle vennoten gezamenlijk, tenzij anders is overeengekomen of besloten. Daarnaast geeft het wetsvoorstel de mogelijkheid om als overblijvende vennoot de openbare personenvennootschap voort te zetten als eenmanszaak. Nieuw is dat het vermogen van de openbare personenvennootschap dan na drie maanden onder algemene titel overgaat op de voortzettende vennoot. Eveneens nieuw is de mogelijkheid tot tijdelijke voortzetting van de openbare personenvennootschap door één vennoot. Treedt binnen drie maanden een tweede vennoot toe, dan is de openbare personenvennootschap hersteld. Ontbinding en vereffening van een stille personenvennootschap met een bijzondere gemeenschap vindt plaats via titel 3.7 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek.

Overgangsrecht, overgang onder algemene titel en fiscale aspecten
Op basis van het overgangsrecht wordt iedere v.o.f., c.v. en openbare maatschap na inwerkingtreding een openbare personenvennootschap met rechtspersoonlijkheid. Goederen van de v.o.f., c.v. of openbare maatschap, gaan daarbij onder algemene titel rechtstreeks op de nieuwe vorm over. De overgang onder algemene titel betreft enkel goederen die op naam van de v.o.f., maatschap of c.v. waren geleverd.

Stille maatschappen blijven stille personenvennootschappen. Voor wat betreft de fiscale aspecten is relevant dat de openbare personenvennootschap ondanks de rechtspersoonlijkheid als fiscaal transparant wordt aangemerkt voor de inkomsten-, de vennootschaps- en de dividendbelasting, net als onder huidig recht. Dit geldt ook voor de c.v., met uitzondering van de zogenoemde open c.v.. De stille personenvennootschap krijgt geen rechtspersoonlijkheid en blijft dus ook fiscaal transparant.

Wij moedigen modernisering van de personenvennootschappen aan zodat hiaten en onduidelijkheden uit de huidige wet niet langer contractueel hoeven te worden ingevuld. Hoewel het wetsvoorstel nog een paar verbeterpunten heeft en de consultatietermijn tot februari 2023 loopt, hopen we dat dit langdurige wetgevingsproces zo spoedig mogelijk tot een definitief resultaat gebracht wordt. Wij zullen u informeren indien er relevante ontwikkelingen zijn. Ons Corporate Governance team bespreekt graag hoe wij u kunnen helpen uw weg te vinden in dit veranderende landschap.

Cookie melding

We care about your privacy. We only use cookies strictly necessary to ensure the proper functioning of our website. You can find more information on cookies and on how we handle your personal data in our Privacy and Cookie Policy.