Overslaan en naar de inhoud gaan

Hoe kunnen we u helpen?

  • 03-06-2013

Het tegengaan van corruptie staat in toenemende mate in de belangstelling.1 Dat blijkt onder meer uit de beslissing van De Nederlandsche Bank (‘DNB’) om voor het jaar 2013 ‘corruptie’ als cross-sectoraal toezichtthema aan te wijzen.2 DNB zal onderzoek doen naar de aard, omvang en oorzaken van het corruptieprobleem en kijken naar een effectieve beheersing van het corruptierisico door banken, verzekeraars en pensioenfondsen. Daarbij zal DNB onder meer kijken naar de Britse toezichtervaringen onder de UK Bribery Act.3 Van de UK Bribery Act is inmiddels, net als van de Foreign Corrupt Practises Act (‘FCPA’), algemeen bekend dat daarop een ruime rechtsmacht kan worden gebaseerd door het Verenigd Koninkrijk respectievelijk de Verenigde Staten. In december 2012 verscheen een OECD evaluatierapport4 naar de implementatie en uitvoering − door Nederland − van het OECD corruptieverdrag.5 In dit rapport wordt geconcludeerd dat corruptie van ambtenaren in het buitenland door Nederland niet (genoeg) wordt onderzocht en vervolgd. Deze conclusie past in de suggestie die bij velen leeft dat de Nederlandse rechtsmacht ver ondermaats is. In deze bijdrage zullen wij stilstaan bij de rechtsmacht in Nederland ten aanzien van internationale corruptie. Daarbij zal zijdelings aandacht worden besteed aan de UK Bribery Act en de FCPA. Ook gaan wij kort in op het concept-wetsvoorstel Verruiming mogelijkheden bestrijding financieeleconomische criminaliteit.

Bron: Tijdschrift voor sanctierecht&compliance, nr 2, 3 juni 2013

Cookie melding

We care about your privacy. We only use cookies strictly necessary to ensure the proper functioning of our website. You can find more information on cookies and on how we handle your personal data in our Privacy and Cookie Policy.