Handel in emissierechten wijzigt
Het ministerie van Infrastructuur & Milieu is voornemens een tweetal wijzigingen aan te brengen in de Regeling handel in emissierechten, die sinds 5 december 2012 van kracht is. De regeling implementeert het Europese systeem van handel in broeikasgasemissierechten, neergelegd in EU-richtlijnen, -verordeningen en -beschikkingen en de Wet milieubeheer. Via deze internetconsultatie hebben belangstellenden tot 6 november 2017 de mogelijkheid op de ontwerpwijziging te reageren. Met name ETS-bedrijven en handelaren in emissierechten (zoals grote, energie-intensieve bedrijven uit de elektriciteitssector, raffinage-industrie, chemische industrie of metaalsector), verificatie-instellingen en de Raad voor de Accreditatie zullen door deze wijzigingen worden geraakt en hebben er dus belang bij in te spreken. Wij verhelderen de op handen zijnde veranderingen hieronder graag voor u.
Handel in broeikasgasemissierechten
De EU-regeling voor de emissiehandel (EU-ETS), een Europese richtlijn, is een marktinstrument waarmee de EU middels handel door transacties van emissierechten de uitstoot van broeikasgassen op een kosteneffectieve wijze beoogt te verminderen. Dit om de EU-doelstellingen en die van het Kyoto-protocol te kunnen realiseren. Ook het Parijse Klimaatverdrag onderstreept broeikasgasreductie als één van haar voornaamste doelstellingen en geldt specifiek voor Nederland dat ambities op dit gebied zijn neergelegd in het Energieakkoord, de Energieagenda en niet te vergeten het kersverse Regeerakkoord. In het Regeerakkoord wordt de wens uitgesproken tot een nationaal Klimaat- en energieakkoord te komen met een doelstelling van 49% reductie in 2030.
Bedrijven die aan de EU-regeling deelnemen krijgen jaarlijks een hoeveelheid emissierechten gratis toegewezen. Voor het aantal ton broeikasgas dat het bedrijf heeft uitgestoten, dient het een even grote hoeveelheid aan emissierechten in te leveren. Wanneer de uitstoot lager uitvalt dan het gratis verkregen pakket aan rechten en het bedrijf dus rechten overhoudt, zijn deze op de markt verhandelbaar aan bedrijven die meer uitstoten dan zij aan rechten hebben. Een financiële prikkel om prioriteit te geven aan (het investeren in) uitstootreducerende technologie, zoals elektrificatie in de chemische industrie en de inzet van Power-to-Gas voor energieopslag, waarmee elektriciteit wordt omgezet in de CO2-vrije brandstoffen waterstof en synthetisch aardgas. Bij besluit van de Europese Commissie wordt het door de EU vastgestelde plafond bovendien mettertijd verlaagd, zodat de totale uitstoot op termijn afneemt. Met dit mechanisme wordt een emissieniveau beoogd dat samen met andere instrumenten bijdraagt aan de ambitieuze Kyoto-doelen met betrekking tot duurzaamheid.
De beoogde wijzigingen: tweeledig
De eerste wijziging in de Regeling maakt onafhankelijke accreditatie van verificateurs mogelijk voor een nieuwe categorie activiteiten: verifiëring van gegevens die dienen ter onderbouwing van aanvragen bij de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) om toewijzing van gratis emissierechten.
Validatie/verificatie-instellingen voeren een objectieve beoordeling uit van de gegevens die hieraan ten grondslag liggen. Met de wijziging wordt beoogd daarvoor een accreditatieverplichting in het leven te roepen en zo de reikwijdte van de bestaande accreditatieverplichting (voor verificatie van emissieverslagen) voor deze instellingen te verruimen. Accreditatie moet de deskundigheid, onpartijdigheid en onafhankelijkheid van de verificateur aantonen. Verruiming van de accreditatie-eis zou daarom moeten leiden tot (nog) meer zekerheid over de betrouwbaarheid van deze gegevens en daarmee over de juistheid van de uiteindelijke toewijzing. De kwaliteit van deze gegevens is van groot belang, nu met de kosteloze toewijzing van emissierechten in Nederland naar schatting 1,5 tot 3 miljard euro is gemoeid. Tot 1 juli 2018 is een overgangsperiode ingebouwd waarin verificateurs uitbreiding van hun accreditatie kunnen aanvragen en waarin het accreditatieproces kan worden doorlopen. Het is na die periode vereist dat de verificateur voor deze werkzaamheden, net als voor de verificatie van emissieverslagen, is geaccrediteerd.
De tweede wijziging betreft de aan de NEa te betalen vergoeding voor het aanhouden van een handelsrekening, persoonstegoedrekening of Kyotorekening. Dit zijn rekeningen waarmee vrijwillig in emissierechten kan worden gehandeld. De vergoeding hiervoor van 200 euro per jaar is volgens de Minister aan de lage kant in vergelijking met andere lidstaten en zou gelet op de sterkte toename van de te verrichten werkzaamheden voor de NEa bovendien niet kostendekkend zijn. Met de voorgenomen wijziging wordt deze bijdrage verhoogd naar 400 euro per jaar. Opvallend is overigens dat een onderbouwing van deze cijfers en tariefstijging ontbreken in het consultatiedocument.
Het concept van de ophanden zijnde wijzigingen kunt u raadplegen. Hebt u behoefte aan bijstand bij of een second opinion op een in te dienen zienswijze in de consultatie? Neem dan contact op met Harald Wiersema.