
Import en opslag van waterstof: drie belangrijke inzichten
Europa kan niet voldoende duurzame elektriciteit opwekken om aan de toekomstige vraag naar groene waterstof te voldoen. Daarom wordt in de Nederlandse Routekaart Waterstof hoge prioriteit toegekend aan de realisatie van hubs voor de import van waterstof en waterstofdragers. De regelgeving omtrent het transport en de opslag van waterstof en waterstofdragers is echter complex en nog volop in ontwikkeling. . Om de benodigde infrastructuur en opslagfaciliteiten te realiseren, moeten eerst bij een groot aantal stakeholders allerlei plannings- en vastgoedproblemen worden opgelost. Risico-allocatie in deze opkomende markt kan leiden tot problemen in verband met het mededingingsrecht. In dit blog behandelen we drie inzichten rond de uitdagingen op dit gebied.
1. Gestructureerde samenwerking helpt om mededingingsproblemen te voorkomen
De opkomst van nieuwe markten brengt vaak onzekerheden met zich mee op vlak van mededinging, meer specifiek wanneer het gaat om kartelvorming. Dat is jammer omdat dergelijke spanningen de ontwikkeling van nieuwe markten kunnen compliceren. Mededingingsautoriteiten erkennen echter hun bredere maatschappelijke verantwoordelijkheid en beschouwen het faciliteren van de energietransitie als een van hun topprioriteiten. Door zorgvuldig na te gaan hoe een voorgenomen samenwerking het best kan worden gestructureerd, kunnen eventuele mededingingsrechtelijke problemen worden onderschept . Zo is het kartelverbod niet van toepassing op zogenaamde 'volwaardige gemeenschappelijke ondernemingen' en kunnen samenwerkingsverbanden op het gebied van duurzaamheid in aanmerking komen voor een vrijstelling van het kartelverbod. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) geeft het goede voorbeeld: zij staat open voor discussie en wil graag op informele wijze meedenken. Dat betekent dat tijdelijke afspraken over (bijvoorbeeld) exclusiviteit en minimale afname niet per definitie problematisch zijn.
2. Omgaan met de vier belangrijkste uitdagingen in de regelgeving
Zodra een schip met waterstof of ammoniak de Nederlandse wateren binnenvaart, krijgt het te maken met vier belangrijke uitdagingen:
- Complexiteit van de regelgeving
- Onzekerheid met betrekking tot de regelgeving
- De Porthos-uitspraak over stikstofuitstoot tijdens de bouw
- Termijn voor het verkrijgen van de vereiste vergunningen oplopend tot 5 jaar
Het huidige Europese en het Nederlandse regelgevingskader voor de import en opslag van waterstof en ammoniak is niet alleen complex maar leidt ook tot heel wat onzekerheid . Omdat de regels in ontwikkeling zijn, veranderen ook de doelstellingen en voorwaarden voor productie en certificering voortdurend. Daarom is het belangrijk om actief mee te denken bij het uitwerken van deze regels. Bovendien vereist de Nederlandse stikstofcrisis (zie de recente Porthos-uitspraak van de Raad van State) een zorgvuldige analyse van de stikstofeffecten. De benodigde tijd voor het verkrijgen van de vereiste vergunningen kan in Nederland gemakkelijk oplopen tot vijf jaar. Goede samenwerking met de betrokken autoriteiten kan de vergunningsprocedure versnellen. De overheid zoekt naar manieren om dit proces te stroomlijnen.
3. Structurering van vastgoed is van cruciaal belang voor projectfinanciering
Zodra waterstof of ammoniak in de haven aankomt, moet het worden opgeslagen en behandeld. Vanwege de manier waarop het eigendom van havenvastgoed in Nederland is geregeld, is een goede vastgoedplanning vereist om waterstofprojecten te kunnen laten uitgroeien van pilots tot volwaardige, financierbare projecten. In Nederland is het meeste havenvastgoed in handen van gemeenten. De havengebieden worden meestal in doorlopende erfpacht uitgegeven aan het havenbedrijf. Het havenbedrijf geeft op zijn beurt de betreffende percelen in onderpacht aan de gebruiker of sluit een pachtovereenkomst. De vermogensrechtelijke structurering is complex, waarbij diverse partijen met verschillende belangen zijn betrokken. Daarbij speelt ook de financierbaarheid een belangrijke rol.
Samenwerking is cruciaal voor de verdere ontwikkeling van waterstof
Deze drie inzichten onderstrepen het belang van een multidisciplinaire aanpak van waterstofprojecten. Voor een maatschappelijke acceptatie van waterstof is samenwerking tussen de vele stakeholders cruciaal. Na de opslag en behandeling van waterstof moet deze uiteindelijk als brandstof terechtkomen bij de eindgebruiker of als grondstof bij de zware industrie. In de toekomst zal waterstof gebruikt worden in de zware mobiliteit, en wellicht ook in woningen en consumentensectoren. Maar zo ver zijn we nog lang niet: de bestaande gasinfrastructuur moet worden aangepast en er moeten extra opslagmogelijkheden worden ontwikkeld, zoals lege zout- of aardgascavernes. Bovendien zijn de huidige beleids- en regelgevingskaders nog volop in ontwikkeling, waarbij het voor alle stakeholders van belang is om mee te praten.
Samen bouwen aan een bloeiende waterstofeconomie
Nederlandse havens kunnen een voortrekkersrol vervullen als toegangspoorten tot de Europese waterstofmarkt. Of het nu gaat om het gereguleerde transport en de import van waterstofdragers, de ontwikkeling en financiering van infrastructuur en opslagcapaciteit, of het sluiten van contracten tussen marktpartijen: ons multidisciplinaire waterstofteam kan u helpen bij de uitdagingen en kansen op dit gebied. Alleen samen kunnen we in (en buiten) Nederland een bloeiende waterstofeconomie opbouwen.