J-Club biedt retailers in 25 landen een concessieconcept voor de in-store verkoop van modeaccessoires. Ondanks de uitdagingen die de coronacrisis met zich meebrengt, zijn de omzet en EBITDA aanzienlijk gestegen. J-Club kon nieuwe contracten afsluiten met Kruidvat en tankstations, waardoor meer dan 1.200 nieuwe verkooppunten aan haar portefeuille werden toegevoegd.

In februari 2020 deed Nordian een bindend bod op J-Club. Bij dit bod zat een Commitment Letter van Idinvest voor verstrekking van "deal-zekerheid". In het kader van deze Commitment Letter stemde Idinvest ermee in de transactie te financieren. Nadat de SPA was ondertekend, kwam Idinvest terug op deze toezegging, en beweerde dat Nordian de financiële positie van J-Clubs verkeerd zou hebben weergegeven. Volgens Idinvest had Nordian afstand genomen van het eigen Base Case Model, dat de toezegging van Idinvest ondersteunde. Nordian besloot vervolgens Idinvest niet aan zijn toezegging te houden, maar stelde een beoordeling van het Base Case Model door derden voor. De rechter oordeelde dat Nordian meer had moeten doen om aan zijn inspanningsverplichting te voldoen. Hoewel Nordian in het kader van de SPA ook had ingestemd met het verkrijgen van alternatieve financiering als deze door Idinvest niet zou worden verstrekt, heeft zij geen enkele inspanning geleverd. Toen vervolgens op initiatief van de oprichters/aandeelhouders onderhandelingen met de Rabobank van start gingen, onderhandelde Nordian "halfslachtig". De rechter heeft Nordian nu gelast eindelijk gevolg te geven aan de overeenkomst op straffe van een boete van EUR 10 miljoen plus EUR 100.000 per dag.

De oprichters van J-Club werden vertegenwoordigd door Marieke Faber, David Viëtor en Paul Olden. Het transactieteam stond onder leiding van Jeroen Preller.