Jaarverslag 2019 van het Bureau Financieel Toezicht
Op 13 maart 2020 publiceerde het Bureau Financieel Toezicht ("BFT") zijn jaarverslag. Middels het jaarverslag rapporteert het BFT over zijn werkzaamheden, waaronder de belangrijkste activiteiten en bevindingen van het afgelopen jaar. Het BFT houdt onafhankelijk toezicht op de Wet op het notarisambt, de Gerechtsdeurwaarderswet en op de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren terrorisme ("Wwft"). In deze blog bespreken wij de relevante passages uit het jaarverslag ten aanzien van het laatstgenoemde toezichtsveld: de (ca.) 50.000 instelling die onder het Wwft toezicht vallen.
Ontwikkelingen in de branche
In het verslag zijn de algemene ontwikkelingen en trends die het BFT waarneemt uiteengezet. Door snel ontwikkelende en wijzigende wet- en regelgeving signaleert het BFT steeds meer nieuwe taken voor Wwft-instellingen om te (kunnen) voldoen aan de vereisten van de Wwft. Gedacht kan worden aan de risicogeoriënteerde benadering die door de Wwft-instellingen tegenwoordig ook vastgelegd moet worden in een risicobeleid en -management, de verplichting voor Wwft-instellingen met 50 of meer werknemers om een compliance- en auditfunctie ingericht te hebben, en het aanwijzen van een verantwoordelijke uit de dagelijkse leiding voor het naleven van de Wwft-regels. Dit alles leidt ertoe dat de verantwoordelijkheid van Wwft-instellingen om het risico van de cliënt goed in te schatten groter is geworden. Om een gedegen risico inschatting te kunnen maken, is een grote mate van kennis van de cliënt van belang. Het BFT constateert dat deze kennis bij (vooral kleine en eenmans-)administratiekantoren vaak nog ontbreekt. Een mogelijke reden hiervoor is dat veel van deze kantoren niet zijn aangesloten bij een beroepsorganisatie. Het is voor die (kleine) administratiekantoren steeds moeilijker om te voldoen aan alle onderzoekseisen die gedaan moeten worden vanuit de poortwachtersrol en de verplichtingen die ten aanzien daarvan volgen uit de Wwft. Het BFT meent dat een toenemende samenwerking kansen biedt om aan deze rol te (blijven) voldoen. Een van de manieren om die samenwerking te bewerkstelligen is door de groep administratiekantoren die niet is aangesloten bij een beroepsorganisatie voor te lichten en te bevragen via het geautomatiseerde systeem ‘Digin Wwft’. Daarnaast heeft het BFT in 2019 een inventarisatie gemaakt van al zijn ondertoezichtstaanden. Deze inventarisatie wordt periodiek geactualiseerd, en vanaf 2020 worden nieuwe administratiekantoren aangeschreven en geïnformeerd over de verplichtingen die voortvloeien uit de Wwft.
Voor wat betreft het toezicht door het BFT, constateert het BFT een zeer grote diversiteit aan Wwft-gerelateerde zaken bij ondertoezichtstaanden: van pgb-fraudes, tot het niet melden van ongebruikelijke transacties door autohandelaren.
Dit jaar heeft het BFT onder meer toezicht gehouden door het uitvoeren van onderzoeken gericht op risicobeleid en -management voor de correcte naleving van de Wwft. Het BFT acht het risicobeleid en -management van groot belang voor de correcte naleving van de Wwft. Om die reden heeft het BFT in 2019 van 26 (middel)grote accountantskantoren het risicobeleid en -management opgevraagd en beoordeeld. Het jaarverslag bevat de vereisten waaraan een risicobeleid en -management in ieder geval dient te voldoen. Zo dient een risicobeleid en -management te zijn opgesteld op basis van de meest recente Wwft-wettekst, moet het regelmatig worden geactualiseerd, en voldoende concreet en uitvoerbaar te zijn. Het risicobeleid dient inzicht te geven in risicovolle cliënten en transacties, zowel ten tijde van het aangaan als gedurende de cliëntrelatie. Indien sprake is van een hoger risico op witwassen en/of financieren van terrorisme dient een ondertoezichtstaande maatregelen te nemen om deze risico’s te mitigeren. En tot slot moet het risicomanagement handvatten geven voor medewerkers van de ondertoezichtstaande om een hoger risico te mitigeren.
In 2020 zal het BFT het risicobeleid en -management opvragen bij een twintigtal (middel)grote belastingadvieskantoren.
Meldingen en registraties bij de FIU
Het BFT constateert dat de bewustwording over de verplichtingen die voortvloeien uit de Wwft met name bij de accountants- en de notariskantoren in 2019 lijkt te zijn toegenomen. Dat vloeit voort uit het aantal meldingen gedaan door ondertoezichtstaanden van het BFT. In 2019 zijn er in totaal 5.045 meldingen van ongebruikelijke transacties gedaan bij de FIU-Nederland. In 2018 ging het om een aantal van 3.085. Van het aantal in 2019 zijn 3.869 meldingen (76,6% van het totaal) gedaan op grond van de subjectieve indicator. In 2018 waren dat 2.745 meldingen (89,0% van het totaal). Hoewel voor de belastingadvies- en administratiekantoren geldt dat het aantal meldingen gelijk is gebleven, is er bij zowel de accountants- als de notariskantoren een significante stijging van het aantal meldingen zichtbaar. Deze toename schrijft het BFT toe aan meer bewustwording over de verplichtingen die voortvloeien uit de Wwft bij deze ondertoezichtstaanden.
Ook volgt uit een eigen analyse van het BFT dat in de afgelopen 5 jaar 89 ondertoezichtstaanden zich extra bij de FIU-Nederland als melder hebben geregistreerd, nadat het BFT een onderzoek heeft uitgevoerd of nadat de ondertoezichtstaanden een brief hebben ontvangen in het kader van het project Digin Wwft (het eerdergenoemde geautomatiseerde systeem waarmee het BFT de groep administratiekantoren die niet zijn aangesloten bij een beroepsorganisatie voorlicht en bevraagt).
Handhaving van de Wwft
Het BFT kan handhaven indien bij een onderzoek naar een Wwft-plichtige een normschending wordt geconstateerd. Handhaving vindt plaats volgens het Handhavingsbeleid van het Bureau Financieel Toezicht en het Intern beleid voor het vaststellen van de hoogte van de bestuurlijke boete op grond van de Wwft. Handhaving door het BFT is gericht op het bereiken van normconform gedrag en het (doen) beëindigen van de normschending. De keuze voor de inzet van een handhavingsinstrument en de wijze waarop dit wordt ingezet, hangt af van de omstandigheden van het geval. Per geval wordt bepaald welk handhavingsinstrument het meest effectief en efficiënt is. Hierbij wordt een aantal elementen afgewogen, waaronder de ernst van de normschending, maar ook herstelactiviteiten.
In 2019 heeft het BFT in totaal 228 handhavingsmaatregelen opgelegd. In 2018 waren dat er 224. Het aantal handhavingsmaatregelen ten aanzien van Wwft-plichtigen is dus bijna gelijk gebleven, hoewel er wel een verschuiving plaats heeft gevonden in de beroepsgroep ten aanzien waarvan de handhavingsmaatregelen zijn genomen: ten aanzien van notarissen zijn minder handhavingsmaatregelen genomen, ten aanzien van gerechtsdeurwaarders meer dan het voorgaande jaar.
In het kader van de doorontwikkeling van het BFT is het afgelopen jaar meer aandacht besteed aan alternatieve afdoening van normschendingen (zoals positieve gedragsbeïnvloeding bij notarissen) en voorlichting aan de beroepsgroepen in regionale bijeenkomsten.
De handhavingsonderwerpen op het Wwft-gebied richten zich tot Wwft-ondertoezichtstaanden die niet voldaan hebben aan de meldingsplicht, het cliëntenonderzoek niet, dan wel onvoldoende, hebben verricht en/of procedures of opleiding niet op orde hebben. Net als in voorgaande jaren is de handhavingscapaciteit ook in 2019 meer evenredig verdeeld over de verschillende geconstateerde normschendingen.
Tot slot
Met de blik op de toekomst is het van belang dat ondernemingen voldoen aan de verplichtingen uit de Wwft. De genoemde onderwerpen uit het jaarverslag van het BFT verdienen (extra) aandacht, alsook het opstellen en beschikken over een gedegen intern risicobeleid en -management. Heeft u vragen over de naleving van de Wwft, of de gevolgen van de Wwft voor uw onderneming? Neem dan gerust contact met ons op.