Kredietopzegging: de Hoge Raad verduidelijkt het kader
Kredietopzegging leidt in veel gevallen tot discussies, en soms tot een kort geding of een schadeprocedure over onrechtmatige opzegging. Een recent arrest van de Hoge Raad heeft duidelijkheid gecreëerd over het juridische kader voor kredietopzegging: als de kredietfaciliteit voorziet in het recht van de bank om het krediet op te zeggen en op te eisen, dan kan dat contractuele recht worden uitgeoefend, tenzij gebruikmaking van dat recht, gelet op de omstandigheden van het geval, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Uit eerdere uitspraken van de Hoge Raad is bekend dat de rechter bij de toepassing van deze uitzondering grote terughoudendheid moet betrachten, zeker in een contractuele relatie tussen professionele partijen. Dit betekent dat het contract leidend is voor de rechten van de bank in verband met kredietopzegging, behoudens heel bijzondere gevallen. Hiermee is kredietopzegging niet makkelijker geworden maar met een zorgvuldige en tijdige voorbereiding is het risico dat de kredietopzegging ongeldig wordt verklaard, wel kleiner geworden.
Lees meer over dit onderwerp in onze nieuwsbrief.