NautaDutilh vertegenwoordigt Vodafone in beroep tegen OPTA-besluit mobiele en vaste gespreksafgifte
Op 31 augustus 2011 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) het Opta-besluit inzake mobiele en vaste gespreksafgifte vernietigd. Een aantal telecomaanbieders, waaronder Vodafone, had deze zaak aangespannen.
Gespreksafgifte is de dienst waarbij telecomaanbieders ervoor zorgen dat een telefoongesprek vanaf het netwerk van de ene aanbieder (bijvoorbeeld KPN) op het netwerk van de andere aanbieder (bijvoorbeeld Vodafone) terecht komt en betreft de belangrijkste kostencomponent van vast en mobiel bellen. OPTA kan de tarieven die telecomaanbieders hiervoor bij elkaar in rekening brengen in beginsel bindend vaststellen, omdat elke telecomaanbieder monopolist op het eigen telefoonnetwerk wordt geacht.
Aanvankelijk had de OPTA bepaald dat het mobiele afgiftetarief zou moeten dalen naar 1,2 cent per minuut, ingaand per 1 september 2012. Het CBb heeft nu echter bepaald dat het tarief niet 1,2 cent, maar 2,4 cent per minuut mag bedragen. Het CBb oordeelde onder meer dat de door OPTA gebruikte Pure BULRIC kostenmethodiek - hoewel aanbevolen door de Europese Commissie - in strijd is met het in de Telecommunicatiewet neergelegde vereiste van passendheid (proportionaliteit).
Het CBb heeft met deze uitspraak een einde gemaakt aan jarenlange juridische strijd (en bijbehorende onzekerheid) over de mobiele gespreksafgiftetarieven. Daarbij heeft het CBb geoordeeld dat de door de Europese Commissie voor alle EU-landen proportioneel geachte tariefmaatregel in ieder geval de Nederlandse toets der kritiek niet kan doorstaan.
Het NautaDutilh-team dat Vodafone in deze procedure adviseerde bestond uit Paul Waszink, Jolize Lautenbach en Harald Wiersema.