23 rederijen waren in beroep gegaan tegen 130 gemeentelijke besluiten om de commerciële exploitatievergunningen voor 144 rondvaartboten en 100 waterfietsen aan te passen. Na negen zittingsdagen en 36 uur van pleidooien verklaarde de bestuursrechter in Amsterdam de beroepen op 5 augustus 2015 ongegrond.

Sinds het Amsterdamse beleid voor commercieel passagiersvervoer over het water in 1948 werd ingevoerd, is het verkeer op de grachten in Amsterdam flink toegenomen. De markt zat op slot en nieuwkomers hadden vrijwel geen kans om een vergunning te krijgen. Sinds 2013 voert de gemeente Amsterdam een nieuw beleid om de kwaliteit en de samenstelling van het passagiersvervoer te verbeteren en de diversiteit op de grachten te bevorderen. In dat verband zijn bepaalde soorten exploitatievergunningen aangepast. Grote rondvaartboten krijgen geen vergunning voor onbepaalde tijd meer en moeten regelmatig meedingen naar een nieuwe vergunning. Volgens de rechter zijn het nieuwe beleid en de aanpassing van de vergunningen niet in strijd met de wet en algemene rechtsbeginselen. De rechter achtte de overgangstermijn van zes jaar ook afdoende voor de rederijen om zich op de nieuwe situatie in te stellen.
 
Saskia Nuijten en Harald Wiersema staan de gemeente Amsterdam bij in deze procedures.
 
Zie ook het bericht op www.parool.nl.