Rekent Skal ten onrechte Wob-kosten door aan biologische bedrijven?
Op 21 januari 2019 heeft kamerlid Lodders vragen gesteld over de verhoging van de tarieven die Stichting Skal ("Skal") aan biologische bedrijven in rekening brengt. Ook Biohuis, een vereniging die de belangen behartigt van primaire producenten in de biologische sector, heeft onlangs vraagtekens gezet bij de doorberekening van bepaalde kosten van Skal. Biohuis wil met Skal in overleg of alle kosten, bijvoorbeeld ook de kosten voor het afhandelen van verzoeken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur ("Wob"), voor rekening van de bij Skal aangesloten ondernemingen moeten komen. Een terechte discussie, menen wij.
Skal is aangewezen als de controlerende autoriteit als bedoeld in verordening 834/2007/EG en heeft - samengevat - als wettelijke taak biologische bedrijven en producten te certificeren, te controleren en te decertificeren waar nodig. Voor de uitvoering van haar wettelijke taken maakt zij kosten. Skal is enerzijds een privaatrechtelijke entiteit met alle rechten die aan een rechtspersoon toekomen. Tegelijkertijd is Skal een zelfstandig bestuursorgaan ("ZBO") en is daarmee beperkt in publiek- én privaatrechtelijke afdwingen van kostenvergoedingen.
Nu in de betreffende Europese verordeningen geen bepaling is opgenomen die regelt hoe en welke kosten inzake preventief toezicht en controle in rekening kunnen worden gebracht, heeft een lidstaat alsnog de bevoegdheid deze kosten door te berekenen. Maar dat kan natuurlijk alleen als dat bij of krachtens formele wet is geregeld. Het legaliteitsbeginsel in artikel 104 van de Grondwet verzekert immers dat alle heffingen, onder welke noemer dan ook, bij wet worden geregeld. En dit gebeurt dan ook vaker met het doorberekenen van kosten van toezichthouders: in het geval van de ACM regelt bijvoorbeeld artikel 6a Instellingswet Autoriteit Consument en Markt welke kosten ten laste van marktorganisaties mogen worden gebracht.
In het geval van Skal wordt de bevoegdheid kosten door te berekenen geregeld in de Landbouwkwaliteitswet ("Lkw"). Skal is op grond van artikel 8 van de Lkw in samenhang met artikel 15 van het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007 ("Lkb") aangewezen als de rechtspersoon die belast is met het toezicht op de naleving van de bij of krachtens de Lkb gestelde regels en met de keuring of het toezicht daarop. Skal kan ingevolge artikel 11 van de Lkw tarieven vaststellen voor kosten ter zake van het in artikel 8 Lkw bedoelde toezicht en de keuring. De vaststelling van deze tarieven behoeft goedkeuring van de minister van LNV. Skal kan deze tarieven in de vorm van een retributie of heffing in rekening brengen bij de aan haar toezicht of keuring onderworpen marktdeelnemers, ter dekking van de kosten die verband houden met deze toezichts- en keuringsactiviteiten (artikel 26b van de Landbouwkwaliteitsregeling 2007). Maar de Lkw bepaalt dat Skal geen winstoogmerk heeft, iets dat overigens goed past bij haar privaatrechtelijke vorm.
Hoewel het afhandelen van Wob-verzoeken de transparantie van het handelen van Skal en de goede bestuursvoering ongetwijfeld dient, houdt het afhandelen van Wob-verzoeken onzes inziens geen rechtstreeks verband met de aan Skal toebedeelde toezichts- en keuringstaken, waarvoor wel tarieven kunnen worden vastgesteld. Het staat Skal vervolgens niet vrij via de privaatrechtelijke weg de kosten voor afhandeling van deze publieke verplichtingen op de aangeslotenen af te wentelen wanneer de publiekrechtelijke regels daar geen grondslag voor bieden en uitputtend regelen welke kosten wel bij hen in rekening kunnen worden gebracht (vergelijk HR 11 november 2005, ECLI:NL:HR:2005:AU2554). De vraag van Biohuis voor wat betreft het doorberekenen van Wob-kosten lijkt ons dan ook een terechte. De kosten voor het afhandelen van Wob-verzoeken dienen te worden betaald uit de algemene middelen en kunnen niet worden afgewend op de bij haar aangeslotenen.
Wat kan Skal wel doen?
De Wob (artikel 12) biedt een grondslag voor centrale overheden regels te stellen met betrekking tot het in rekening brengen van vergoedingen voor de kosten voor kopieën, uittreksel of samenvattingen. De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft eerder geoordeeld dat blijkens de parlementaire geschiedenis niet volgt dat decentrale overheden dergelijke kosten niet in rekening zou mogen brengen bij de partij die om deze stukken verzoekt (ABRvS 22 augustus 2012, ECLI:LN:RVS:2012:BX5240). Dit lijkt ons daarom de aangewezen weg voor Skal om - desgewenst - (reproductie)kosten voor Wob-verzoeken in rekening te brengen.