Warmteleveringskosten: bij blokverwarming doorberekenen in servicekosten
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Min. BZK) heeft op 13 juli 2018 een internetconsultatie gepubliceerd met betrekking tot wijziging van het Besluit servicekosten. De wijziging dient ertoe te verduidelijken dat in situaties met blokverwarming, de kosten voor warmtelevering door verhuurders mogen worden doorberekend in de servicekosten. Deze verduidelijking zorgt voor aansluiting bij de aanstaande wijzigingen van de Warmtewet.
Aanleiding
Sinds de inwerkingtreding van de Warmtewet op 1 januari 2014 ervaren stakeholders dat er veel ruimte is voor verbetering van de regels en uitvoering daarvan. In het kader van het huurrecht, is uit de evaluatie van de Warmtewet gebleken dat sprake is van "dubbele bescherming": de Warmtewet beschermt verbruikers, terwijl die verbruikers ook al door het huurrecht worden beschermd. Dit leidt tot onduidelijkheid over de rechtspositie van huurders en verhuurders, en tot verzwaarde lasten voor verhuurders. De uitdagingen liggen onder meer bij blokverwarming.
Wanneer een eigenaar en verhuurder van commercieel vastgoed een ruimte of woning verhuurt waaraan zij warmte levert, kan zij op grond van de huidige Warmtewet kwalificeren als warmteleverancier aan de huurder-kleinverbruiker. Vóór inwerkingtreding van de Warmtewet konden de daarbij komende kosten nog via de huurprijs in rekening worden gebracht, omdat dit werd gezien als onroerende aanhorigheid van de gehuurde woonruimte. Na inwerkingtreding van de Warmtewet kan dit niet meer.
Wijziging(en)
Op 3 juli jl. heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel Wijziging van de Warmtewet (wijziging naar aanleiding van de evaluatie van de Warmtewet) aangenomen. Met de wetswijzing wordt de reikwijdte van de Warmtewet aangepast.
Verhuurders die warmte leveren aan hun huurders en waarbij de levering van de warmte onlosmakelijk is verbonden met de huur van de woon- of bedrijfsruimte, vallen binnenkort buiten de werking van de Warmtewet (op grond van artikel 1a onderdeel a Warmtewet). Verhuurders die via een aansluiting van meer dan 100kW warmte geleverd krijgen en deze warmte doorleveren aan hun huurders, zullen wel worden beschermd door de Warmtewet. Zodoende ontstaat geen situatie waarin die verhuurders enerzijds onbeschermd zijn en worden geconfronteerd met hogere tarieven, en anderzijds die tarieven niet kunnen doorbereken aan de huurder, omdat die wel worden beschermd, al dan niet via het huurrecht.
Om dit systeem sluitend te maken wordt nu (op verzoek van Aedes) voorgesteld het Besluit servicekosten te wijzigen. Verduidelijkt wordt dat een verhuurder de kosten voor de warmtelevering in rekening kan brengen bij de huurder, door deze als servicekosten door te berekenen. Blijkens het Warmtebesluit zijn deze kosten gebaseerd op onder meer de kapitaalslasten van een cv-ketel, de onderhoudskosten op basis van een jaarlijks onderhoudscontract, en de kapitaalslasten van een warmtewisselaar (met de wijziging van de Warmtewet wordt de term 'warmtewisselaar' vervangen door de term 'afleverset voor warmte'). Deze wijziging van het Besluit servicekosten verduidelijkt dus dat ook zaken als de verwarmingsketel ten behoeve van de blokverwarming en de warmtewisselaar in rekening kunnen worden gebracht buiten de huurprijs, en wel via de servicekosten. Dit was in de praktijk overigens al mogelijk; het Besluit servicekosten bevat geen limitatieve lijst. Deze voorgestelde aanpassing expliciteert deze mogelijkheid. Daarnaast blijft ongewijzigd dat de huurcommissie bevoegd blijft een geschil inzake de servicekosten met betrekking tot warmtelevering in behandeling te nemen voor zover dit geschil betrekking heeft op een woonruimte met een gereguleerde huurprijs.
Zienswijzen
Tot en met 7 september 2018 kunnen zienswijzen op het consultatievoorstel worden ingediend. Mocht u hierover van gedachten willen wisselen, neem dan gerust contact met ons op.