Weinig natuurlijke personen veroordeeld bij hoge transacties aangaande fraude
Strafrechtelijk vervolging van bestuurders of medewerkers, werkzaam bij een onderneming waarmee het Openbaar Ministerie een hoge transactie overeenkomt, is maar in een klein aantal gevallen succesvol en de straffen vallen vrijwel altijd lager uit dan geëist.
Sinds 2008 zijn op het gebied van financieel-economische fraude 22 transacties gepubliceerd op de website van het Openbaar Ministerie, met bedragen die verschillen van EUR 50.000 voor valsheid in geschrift tot USD 965.000.000 wegens ambtelijke omkoping en valsheid in geschrift.
Een aantal conclusies:
- Natuurlijke personen worden vaker niet dan wel vervolgd. Slechts in ongeveer een derde van de zaken vindt vervolging plaats.
- In totaal zijn er van de negentien natuurlijke personen die vervolgd zijn, slechts vier veroordeeld.
- In die vier gevallen was de opgelegde straf altijd lager dan geëist.
- Het Openbaar Ministerie gaat voornamelijk tot vervolging over als de persoon overduidelijk uit eigenbelang heeft gehandeld.
- Het Openbaar Ministerie lijkt alleen over te gaan tot vervolging van natuurlijke personen met de Nederlandse nationaliteit.
- Bestuurders worden eerder vervolgd dan medewerkers en commissarissen van de onderneming. Een uitzondering hierop zijn accountants, bij hen gaat het Openbaar Ministerie eerder over tot vervolging.
- Wanneer er interne disciplinaire maatregelen tegen een natuurlijk persoon zijn genomen, of wanneer deze persoon niet meer in dienst is, lijkt het erop dat het Openbaar Ministerie minder snel tot vervolging overgaat.
Het gaat hierbij wel om relatief weinig zaken die complex kunnen zijn en waarbij in een aantal zaken nog hoger beroep loopt. Toch moet het Openbaar Ministerie zich wel bewust van zijn van het feit dat deze natuurlijke personen vaak niet worden veroordeeld. Aangezien een strafproces erg ingrijpend is voor een betrokken natuurlijke persoon moet immers met vervolging niet te lichtvaardig worden omgegaan.
Een overzicht van de zaken is hier te vinden.
Financieel-economische fraude
Met financieel-economische fraude wordt in het kader van het overzicht gedoeld op de delicten ambtelijke omkoping (artikel 177 Sr), niet-ambtelijke omkoping (artikel 328ter Sr), valsheid in geschrift (artikel 225 Sr), boedelonttrekking (artikel 341 Sr), witwassen (artikelen 420bis – 420quinquies Sr) en strafbare feiten uit de Algemene wet inzake rijksbelastingen, Wet toezicht trustkantoren en Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme.
Aan de rechtspersoon verbonden natuurlijke personen
Natuurlijke personen die verbonden zijn aan de transigerende rechtspersoon zelf zijn opgenomen in het overzicht. Het gaat bijvoorbeeld om bestuurders of medewerkers van de rechtspersonen waarmee de transactie is overeengekomen. Een ambtenaar die is omgekocht door een medewerker van een rechtspersoon die heeft getransigeerd, valt dus buiten het overzicht. De desbetreffende medewerker valt wel binnen het overzicht.
Nederlandse rechtspersonen
Hoge transacties met Nederlandse rechtspersonen worden in het overzicht weergegeven. Bij transacties van het Openbaar Ministerie met internationale rechtspersonen – die blijkens persberichten van het Openbaar Ministerie overigens niet vaak voorkomen – zijn tot op heden ook geen natuurlijke personen vervolgd, waarschijnlijk omdat ter zake geen rechtsmacht bestaat. Wanneer Nederlandse dochterondernemingen van internationale rechtspersonen een transactie overeen zijn gekomen, staan deze wel in het overzicht.