Wetsvoorstel Personenvennootschappen
In december 2002 is het Wetsvoorstel Personenvennootschappen (Wetsvoorstel) ingediend bij de Tweede Kamer. Het Wetsvoorstel dient ter vervanging van de huidige regeling over de maatschap, de vennootschap onder firma en de commanditaire vennootschap.
In december 2002 is het Wetsvoorstel Personenvennootschappen (Wetsvoorstel) ingediend bij de Tweede Kamer. Het Wetsvoorstel dient ter vervanging van de huidige regeling over de maatschap, de vennootschap onder firma en de commanditaire vennootschap.
Met dit Wetsvoorstel wordt tegemoetgekomen aan de wens van de praktijk om rechtspersoonlijkheid toe te kennen aan personenvennootschappen. Tezamen met de contractsvrijheid die een personenvennootschap eigen is, wordt het een aantrekkelijk vehikel voor samenwerkingsverbanden zoals joint-ventures en daarmee een flexibele concurrent voor de besloten vennootschap.
Drie vormen personenvennootschappen
Het Wetsvoorstel voorziet in drie verschillende hoofdvormen personenvennootschappen te weten:
a. de stille vennootschap;
b. de openbare vennootschap en commanditaire vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid; en
c. de openbare vennootschap en commanditaire vennootschap met rechtspersoonlijkheid.
De samenwerkingsverbanden die niet onder een gemeenschappelijke naam naar buiten toe optreden, men denkt daarbij aan de stille maatschap, vallen onder de categorie stille vennootschap. Alle overige samenwerkingsverbanden vallen onder categorie b of c.
Rechtspersoonlijkheid
Op grond van het Wetsvoorstel kunnen vennoten ervoor kiezen om de openbare vennootschap of commanditaire vennootschap rechtspersoonlijkheid te laten verwerven, door middel van een notariële akte en inschrijving in het Handelsregister. Deze keuzemogelijkheid verschaft de personenvennootschap een grote flexibiliteit ten opzichte van de besloten vennootschap. De laatstgenoemde is altijd een rechtspersoon en valt onder de uitgebreide regelgeving van Boek 2 Burgerlijk Wetboek. Dit in tegenstelling tot de personenvennootschap waarbij een grote mate van contractsvrijheid geldt.
Rechtspersoonlijkheid wil zeggen dat de vennootschap zelfstandig drager van rechten en plichten is. Aldus is de vennootschap zelf eigenaar van de goederen van de vennootschap en zelf aansprakelijk voor de schulden van de vennootschap. Echter, de vennoten blijven wel hoofdelijk verbonden. De aansprakelijkheid van de commandieten blijft onveranderd beperkt. Schuldeisers van een openbare of commanditaire vennootschap behouden ook na het ontstaan van de rechtspersoonlijkheid het recht om zich te verhalen op de privé-vermogens van de vennoten.
De rechtspersoonlijkheid kan desgewenst weer worden opgeheven. Onder het Wetsvoorstel is het verder mogelijk om een vennootschap met rechtspersoonlijkheid om te zetten in een besloten vennootschap en vice versa.
Geen rechtspersoonlijkheid
Indien een openbare vennootschap geen rechtspersoonlijkheid heeft, blijft de goederenrechtelijke positie onder het Wetsvoorstel ongewijzigd. De vennoten blijven in dit geval de gemeenschappelijke eigenaren van het vermogen van de vennootschap, ook al is dit (ten behoeve van de zaakschuldeisers) afgescheiden van het privé-vermogen van de vennoten.
Nu ook de openbare maatschap tot de categorie openbare vennootschap gaat behoren, betekent dit dat de aansprakelijkheid van deze vennoten is vergroot. Alle vennoten zijn hoofdelijk aansprakelijk, terwijl de vennoten van een openbare maatschap onder het huidige recht ieder aansprakelijk zijn voor een gelijk deel (tenzij anders is overeengekomen).
Voortzetting en ontbinding
Een ander nieuw element van het Wetsvoorstel betreft de ontbinding en voortzetting van de vennootschap. Het Wetsvoorstel voorziet in een regeling die strekt tot continuïteit van de vennootschap indien een of enige vennoten uittreden. De vennootschap dient niet meer te worden gestaakt als er een vennoot uittreedt, zolang er maar minimaal twee vennoten de vennootschap voortzetten. Voorts regelt het Wetsvoorstel de mogelijkheid van opvolging van een vennoot door zijn erfgenamen of een derde. Tot slot bevat het Wetvoorstel een regeling die voorziet in vereffening en verdeling van de vennootschap.
Fiscale gevolgen
Onder het huidige recht wordt vaak voor een personenvennootschap gekozen, omdat deze fiscaal transparant is, d.w.z. dat de personenvennootschap niet zelfstandig belastingplichtig is, maar de achterliggende vennoten. De fiscale gevolgen van de keuze voor rechtspersoonlijkheid zijn nog niet duidelijk. Blijkens de Memorie van Toelichting bij het Wetsvoorstel is de wetgever echter voornemens te voorzien in belastingwetgeving die ertoe strekt, de huidige fiscale transparantie voor de inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting te behouden, ongeacht of voor de betreffende personenvennootschap is gekozen voor rechtspersoonlijkheid of niet.
Volgens de Staatssecretaris van Financiën zullen echter, naar verwachting, voor de heffing van overdrachtsbelasting wel gevolgen worden verbonden aan de keuze voor rechtspersoonlijkheid. Welke gevolgen dat zijn geeft hij echter niet aan.
Concrete fiscale voorstellen ter zake zullen worden ingediend in een nog te vervaardigen separaat wetsvoorstel ("Fiscaal Wetsvoorstel"). Dit Fiscaal Wetsvoorstel zal ertoe strekken te regelen dat de beoogde civielrechtelijke effecten van het Wetsvoorstel niet doorkruist worden door fiscale regelgeving. Waarschijnlijk zal derhalve voor een fiscaal transparante (commanditaire) vennootschap met rechtspersoonlijkheid nog steeds geen dividendbelasting verschuldigd zijn op winstuitkeringen aan de vennoten en geen kapitaalsbelasting verschuldigd zijn op de kapitaalinbreng door de vennoten.
Conclusie
Het belangrijkste voordeel van rechtspersoonlijkheid voor de praktijk zal zijn dat het niet meer nodig is de afzonderlijke goederen van de personenvennootschap te leveren bij toetreding, uittreding of opvolging van de vennoten. De vennoten zullen wel hoofdelijk aansprakelijk blijven. Onveranderd blijft dat de commandieten normaliter niet hoofdelijk aansprakelijk zullen zijn. De commanditaire vennootschap met rechtspersoonlijkheid zal derhalve als internationaal investeringsvehikel erg aantrekkelijk worden. Positief is eveneens dat de fiscale transparantie gewaarborgd blijft onder een nog nader in te dienen Fiscaal Wetsvoorstel.
Nu het parlement het Wetsvoorstel nog moet behandelen zal het naar alle waarschijnlijkheid nog enige jaren duren voor de nieuwe wet in werking zal treden.
Authors: Hans Drijer, Els van Veggel, Joost den Engelsman
Source: NautaDutilh, Nieuwsbrief To The Point (mei 2003)