Overslaan en naar de inhoud gaan

Hoe kunnen we u helpen?

  • Public law
  • 03-08-2017

In de uitspraak van de Afdeling van 2 augustus 2017 ECLI:NL:RVS:2017:2083 is kort samengevat geoordeeld dat ook al was intrekking van een deel van de bouwvergunning mogelijk, niet alleen gebruik mag worden gemaakt van de intrekkingsbevoegdheid voor zover dat strikt genomen noodzakelijk is. De Afdeling meende dat er geen grond was voor een oordeel dat het college het bouwplan ambtshalve had moeten opknippen en de omgevingsvergunning alleen had mogen intrekken voor zover het onmogelijk was om het bouwplan te realiseren. Daarbij is geoordeeld dat de rechtbank eerder terecht had overwogen dat het college de beoogde aanbouw als een geheel heeft kunnen beschouwen.

Het is mogelijk om een omgevingsvergunning gedeeltelijk in te trekken indien het deel van het bouwplan waarvoor de vergunning niet wordt ingetrokken als een zelfstandige eenheid kan worden gezien en als zodanig ook kan functioneren (vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 21 november 2007, ECLI:NL:RVS:2007:BB8387). In dit geval was sprake van een omgevingsvergunning uit 2012 voor het vergroten en veranderen van een bankgebouw tot multifunctioneel gebouw, het plaatsen van een garage en berging en het aanhelen van een tuinmuur. De gemeente heeft deze vergunning in 2014 ingetrokken, voor zover het de beoogde aanbouw betreft, omdat gedurende 26 weken geen handelingen waren verricht met gebruikmaking van de vergunning. De rechtbank overwoog in beroep dat het college in redelijkheid had kunnen oordelen dat sprake was van een evidente privaatrechtelijke belemmering die aan uitvoering van het bouwplan in de weg stond alsook dat niet aannemelijk was gemaakt dat de omgevingsvergunning op korte termijn zou worden benut. De rechtbank heeft daartoe redengevend geacht dat een deel van de beoogde aanbouw, te weten de berging en garage, op grond staat die in eigendom was van een ander en dat die partij niet voornemens was deze grond in eigendom over te dragen. Ook de ingediende melding van wijziging van ondergeschikte aard, inhoudende het schrappen van de berging en garage uit het bouwplan, hoefde niet te worden betrokken omdat de omgevingsvergunning waarop de melding zag reeds onherroepelijk was en dus een nieuwe aanvraag noodzakelijk was om het bouwplan te wijzigen (vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 19 november 2014, ECLI:NL:RVS:2014:4168).

De vraag is of dit niet wat te gemakkelijk is geweest. Immers, had niet uit de melding net zo goed kunnen worden geconcludeerd dat deze onderdelen  (garage en berging) wel als een zelfstandige eenheid konden worden gezien en als zodanig ook konden functioneren, waardoor gedeeltelijke intrekking ook mogelijk was geweest ? Zonder verdere kennisname van het dossier is de uitspraak niet onmiddellijk begrijpelijk en wellicht ook zelfs wat te aanmoedigend om omgevingsvergunningen in te trekken. Nu geeft de rechtspraak de laatste jaren wel meer ruimte aan overheden. In aanmerking mag worden genomen of het niet tijdig gebruik maken van de vergunning aan de vergunninghouder is toe te rekenen. Ook is (uitspraak van 23 december 2015, ECLI:NL:RVS:2015:3916), de enkele omstandigheid dat de houder van een omgevingsvergunning niet aannemelijk weet te maken dat hij deze alsnog binnen korte termijn zal benutten voldoende om de intrekking van een ongebruikte bouwvergunning te rechtvaardigen.
Wat komt er dan nog eigenlijk van hetgeen de Afdeling eerder heeft overwogen (onder meer in de uitspraak van 1 februari 2017, ECLI:NL:RVS:2017:221), namelijk dat bij de beslissing over intrekking van een omgevingsvergunning alle in aanmerking te nemen belangen worden betrokken en tegen elkaar afgewogen. Daartoe behoren naast de door het bestuursorgaan gestelde belangen, ook de (financiële) belangen van vergunninghouder.  Die laatste zullen toch in zijn algemeenheid niet gering zijn. Naar mijn smaak ligt een wat meer genuanceerde lijn in de rede.

Of misschien moet er wel als eerste regel bovenaan een omgevingsvergunning staan : LET OP: NIET BOUWERS VERLIEZEN NA 26 WEKEN VERGUNNING.

Immers, dat intrekking zo makkelijk is, is in bouwend Nederland nog niet aangekomen?

Cookie melding

We care about your privacy. We only use cookies strictly necessary to ensure the proper functioning of our website. You can find more information on cookies and on how we handle your personal data in our Privacy and Cookie Policy.